Overgenomen van https://debijbel.nl/
Onzichtbare draden
‘Zie je de draden?’ Die vraag was misschien wel de belangrijkste van de hele tentoonstelling ‘Christendom en slavernij’ in het Museum Catharijneconvent die ik recentelijk bezocht. Het ging om het web van (vaak onzichtbare) draden dat ons nu – hier in Nederland – verbindt met de geschiedenis van slavernij. Draden die ook in het heden hun effect hebben. Mensen komen niet verder in hun leven, ook hier in Nederland, vanwege hun kleur en de onuitgesproken vooroordelen die we collectief delen en doorgeven, of we het nu willen of niet. Acteur Gustav Borreman confronteert je op de tentoonstelling via videoschermen op een indringende manier met patronen van toen die doorwerken in het heden (ook in dat van mij).
Medemens of koopwaar?
In de tentoonstelling staat juist ook de rol van geloof en christendom centraal. Het verhaal geeft je als gelovige te denken… Het begint in 1596, toen ongepland een Nederlands schip met 130 slaafgemaakte Afrikanen aanmeerde in Middelburg. De burgemeester wilde de mensen vrijlaten. Hij beriep zich op het geloof waarin slavernij geen plek heeft. Uiteindelijk besliste de landelijke overheid anders en mocht de schipper zijn ‘koopwaar’ meenemen. Het is in een notendop het verhaal van de tentoonstelling.
Tot de negentiende eeuw was het overheersende geluid in ons land dat God zwarte mensen had bestemd om de witte mensen te dienen als slaaf. De Bijbeluitleg en de woorden die gebruikt werden, zijn zo gruwelijk dat ik ze hier niet wil herhalen. Veel belangrijker is de vraag: zie je de draden naar het nu? Wat is er vandaag de dag nog steeds merkbaar van dat diepgewortelde superioriteitsdenken, het idee dat de ene groep mensen beter is dan de andere? Meer dan je denkt, is het antwoord, ook al zou je zo graag anders willen … De tentoonstelling liet een Nederlandse kinderbijbel zien uit 2015 (!) waarin, via de zonen van Noach, de aloude vooroordelen nog altijd verkondigd worden aan een nieuwe generatie.
Tegengeluiden
Het is goed om te zien dat het geloof óók de tegenstanders van slavernij inspireerde. De Evangelische Broedergemeente trok bijvoorbeeld de oerwouden van Suriname in om gevluchte slaven te helpen. Nederlandse theologen schreven op basis van de Bijbel manifesten tegen slavernij. Ook hun verhaal wordt verteld in het Catharijneconvent.
Maar zelfs daar schuurt het een beetje. De slaafgemaakten kwamen met hun eigen geloof. Wie waren ‘wij’ om hun een ander geloof op te dringen, en dan ook nog het geloof dat hun deportatie had gerechtvaardigd? Of is de boodschap van Jezus een bevrijdende boodschap die iedereen moet horen en moet kunnen omarmen? Zonder antwoord te geven dwingt de tentoonstelling je hierover na te denken.
Verdriet en dankbaarheid
Vanuit het Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap hebben we veel contact met het Bijbelgenootschap in Suriname en dat in de Nederlandse Antillen. Vorig jaar organiseerden we samen met het Surinaams Bijbelgenootschap een reis naar Suriname voor kerkleiders, om met elkaar en vooral ook met lokale theologen over het slavernijverleden en -heden te spreken. We hoorden veel verschillende christelijke stemmen in Suriname.